Er zijn verschillende mogelijkheden om een stevige basis voor je tuinhuis te voorzien. De meest gebruikte is de fundering op volle grond met een gestorte betonlaag. Die vormt meteen een goede vloer in je tuinhuisje.
De functie van je tuinhuis bepaalt de opbouw van de fundering. Wordt het een kleine bergruimte? Dan zal je fundering dunner zijn dan wanneer je het gaat gebruiken als extra speelruimte, mini-buitenverblijf of als garage voor zwaar materiaal zoals een tuintractor. De functie heeft dus consequenties voor de dikte van de fundering.
TIP: Zie je het groter? Dit zijn de verschillende soorten bijgebouwen in je tuin.
Een tweede bepalende factor is de toestand van je terrein. Is dit min of meer waterpas? Dan zal je sneller aan de fundering kunnen beginnen, dan wanneer je terrein aflopend of opklimmend is. Hier zal je eerst grond moeten ophogen of uitgraven. In sommige gevallen moet je zelfs eerst een talud of keermuur voorzien. Om verzakkingen te voorkomen, moet je ondergrond voldoende draagkrachtig zijn. Is jouw bodem niet homogeen of compact, dan voer je beter andere grond aan. Sta ook even stil bij de samenstelling van de grond. Is die van nature drainerend (zand, stenen) of weinig waterdoorlatend (klei)? Dit heeft een invloed op de stabiliteit.
Zoals bij zoveel doe-het-zelf klussen staat of valt alles met een degelijke planning. Wil je bijvoorbeeld stroom en water voorzien in je tuinhuis? Dan is het aangewezen deze leidingen al door te trekken voordat de betonnen plaat er ligt. Nadien wordt dit namelijk erg moeilijk. Lees hier hoe je buiten elektriciteit legt.
Je kan voor je fundering zelf beton maken of kiezen voor stortklaar beton. Als de plaats voor het tuinhuis moeilijk toegankelijk is, maak je beter zelf beton. Dat geldt ook als de transportkosten van stortklaar beton te hoog zijn in verhouding tot het uit te voeren werk. Met stortbeton van een betoncentrale ben je daarentegen zeker van de kwaliteit. De verhouding van de ingrediënten is hier altijd optimaal en gelijk voor de hele levering.
Een solide betonplaat vergt redelijk wat voorbereidend werk. Zo moet je alle graszoden verwijderen en deze plaats zo vlak mogelijk afgraven tot onder het maaiveld. De bovenkant van de fundering moet boven het maaiveld uitkomen. Voor de randen van de betonplaat maak je een bekisting met rechte, horizontaal bevestigde planken. De bovenrand van de bekisting komt overeen met de bovenkant van de betonplaat. Zorg ervoor dat de bekisting niet weggedrukt wordt tijdens het storten.
Hoeveel centimeter je moet weggraven, hangt af van de dikte van de vloerplaat. Die hangt op zijn beurt weer af van de kwaliteit van de ondergrond: stabiliteit, samenhang, drainerend vermogen… Desnoods zal je de grond wat dieper moeten afgraven en vervolgens met een laag steenslag weer ophogen. De randen moet je in ieder geval dieper uitgraven. Deze funderingssleuven dienen als ‘vorstrand’. Hiermee voorkom je dat de grond onder de vloer opvriest.
Een veelvoorkomend probleem bij tuinhuisjes waarvan de fundering niet correct is uitgevoerd, is vocht. Nochtans kan je dit vermijden met enkele maatregelen. Ga uit de bodem opstijgend vocht tegen met een plastic folie onder het beton. Voor oppervlaktewater kan je een helling, goot of grindbak voorzien. En sta zeker stil bij de dakafvoer. Bekijk op voorhand waar je de regenpijp kan laten uitkomen. Bekijk hier de grootste oorzaken van vochtproblemen.
De ideale ondergrond voor een tuinhuis is een 15 centimeter dikke gewapende en vlakke betonplaat. Deze stijve constructie is minder gevoelig voor verzakkingen en scheuren. De kans dat deuren of ramen gaan knellen, is hierdoor onbestaande. Bovendien kan je de plaat glad afwerken, waardoor je meteen een vloer hebt voor in het tuinhuis. Klaar? Dan is het tijd voor het echte werk: je betonnen dek gieten.